Je suis un(e) marocain(e)

Het is elf uur, mijn werkgroep zit erop als ik de gemiste oproepen van Corina Duijndam- ‘mijn schrijfmentor- zie. Uit haar Whatsapp berichtje kan ik opmaken waar de belletjes over gaan: ‘’Faat! Radio 1 wil je op de radio! Bel me even!’’. Het enige wat er door me heen gaat is: ‘’Ik heb geen beltegoed’’.

Wachtend op het belletje van Radio 1 lees ik het stuk van in Trouw. Hierin werd me gevraagd hoe ik terugkijk op het proces Wilders. Vooral de vragen ‘’Wordt hij [Geert Wilder] terecht vervolgd?’’ en ‘’Is er een Marokkanenprobleem?’’ zouden die avond ook terugkomen in de Radio 1-uitzending

In de radio-uitzending vertelt Joram van Klaveren dat hij een wetsvoorstel heeft ingediend die uitspraken als die van Wilders mogelijk maakt. Van Klaveren wil twee bepalingen uit de wet schrappen: 137c en 137d die het volk respectievelijk beschermen tegen groepsbelediging en aanzetten tot discriminatie.. Dus omdat er Nederlandse jongens met een Marokkaans komaf actief zijn in het criminele circuit mag Wilders roepen dat hij minder Marokkanen wil. Sandra Dijkstra zit ook in de uitzending. Zij is ’fan’ van Wilders- dit zijn overigens haar eigen woorden. Volgens haar veroorzaakt de Marokkaanse cultuur de ellende. Niet alleen de etterbak die Boef heet moet terug naar het voor hem onbekende Marokko, maar ook ik zou terug moeten naar het land van Mohammed Choukri. Ik ben namelijk geen Nederlander, maar een ‘’medelander’’ volgens haar.. Ik ga nergens heen, want ik zie mezelf als een Nederlander. Een met een Marokkaans achtergrond. Maar helaas zien de media en de politiek mij niet zo.

Wilders is er helemaal niet op uit om de problemen binnen onze samenleving op te lossen; die problemen bieden hem juist de mogelijkheid om ons land te polariseren. Hij gebruikt de Nederlandse criminelen met een Marokkaans achtergrond om zijn intolerante ideeën de wereld in te gooien. Ik denk zelfs dat deze politieke partij zou sterven als deze groep criminelen, die de voedbare grond vormt van de PVV, zou stoppen crimineel te zijn. De wetsbepalingen die Joram van Klaveren wil schrappen bestaan juist om de ziekteverwekkers binnen de samenleving te bestrijden. Het gaat om de mensen die weigeren hun verantwoordelijkheid te nemen die samengaat met vrijheid. “’ (…) notre responsabilité est beaucoup plus grande que nous ne pourrions le supposer (…)’’ schrijft de existentialistische filosoof Jean-Paul Sartre. Dit is slechts een enkele zin uit zijn boek L’Existentialisme est un Humanisme waarin hij uitlegt dat de mens volkomen vrij is. Maar deze vrijheid neemt verantwoordelijkheid met zich mee. En het is wel duidelijk dat Geert Wilders daar niet mee om kan gaan. Hij had in plaats van zich zo misselijkmakend op te stellen tegenover onze rechtsstaat ook zijn excuses kunnen aanbieden voor zijn ‘willen jullie meer of minder Marokkanen’-uitspraak.

Jarenlang heeft iedereen geroepen dat Wilders knettergek is en vooral dat je hem niet serieus moet nemen. Maar dat moeten we juist wel. Iedereen die vrijheid en gelijkheid hoog in het vaandel heeft zitten, zou zich moeten uit spreken tegen de uitspraak van deze man. ‘’Je suis un(e) marocain(e)’’, daar is helemaal niet paradoxaals aan! Riepen we allemaal niet massaal ‘’Je suis Charlie’’ als symbool van verzet tegen de aanslag op de vrijheid van meningsuiting binnen de kunst? Riepen we niet ‘’Je suis Mohsin’’ om ons uit te spreken tegen terrorisme? Wij zouden ons ook allemaal moeten uitspreken tegen deze politicus. Sandra en Joram, jullie hadden moeten zeggen dat als Fatima weg moet jullie ook gaan. Het is niet te laat. Je suis une marocaine!

 

 

Advertentie

Mijn wijk de Banne is niet zoals de media het schetsen.

Ik heb voor Blok Oost (zie Facebook pagina) de volgende column geschreven naar aanleiding van alle negatieve, soms onjuiste berichtgevingen over mijn wijk, de Banne.

Het is een regenachtige, koude zondagavond. Ik kijk uit mijn raam. De straten van de Banne 1 zijn leeg; geen hondenbaasjes, Pokémonjagers of hangjongeren te bekennen. Zal het regenachtige weer hen binnen hebben gehouden?

De afgelopen maanden is er veel in het nieuws verschenen over de Banne Buiksloot. Deze wijk bestaat uit de Banne Zuid en de Banne Noord. Vooral in de Banne Zuid, onder de bewoners vooral bekend onder de naam Banne 1, zou er sprake zijn van overlast van een groep van veertig hangjongeren. At5 en het Parool schrijven dat deze jongeren de buurt teisteren en zelfs buurtbewoners intimideren en overvallen. Gaat dat over mijn buurt?

Naast de media hebben ook politici het regelmatig gehad over de Banne 1.Hier volgen een aantal, soms lachwekkende, opmerkingen van politici die overduidelijke niet vaker dan één keer in de Banne zijn geweest. Volgens Ariëlle Verheul van de D66 durven vrouwen en meisjes niet meer de deur uit. Deze uitspraak van Verheul doet me denken aan wat een vriendin mij ooit vertelde. Deze vriendin komt uit een klein dorpje in Zeeland, waar haar familie nog steeds woont. Ik kan me nog goed herinneren dat we bij het pontje stonden te wachten. Ze vertelde dat haar tante in dat dorpje in Zeeland denkt dat vrouwen en meisjes in de grote stad (lees Amsterdam) anno 2016 niet over straat kunnen, omdat zij bij elke hoek van de straat zouden worden aangerand. Kortom, ik vraag me oprecht af hoe goed mevrouw Verheul de Banne kent. Diederik Boomsma van de CDA is voor de invoering van de dienstplicht voor criminele jongeren. Beste meneer Boomsma, het begrip hangjongeren is niet synoniem voor crimineel. En de Partij voor de Ouderen wil dat er een avondklok wordt ingevoerd. Het moet niet gekker worden. Uit deze uitspraken kan ik maar één belangrijk punt concluderen en dat is dat politici pedagogische gezien onbekwaam zijn. Alleen Rutger Groot Wassink (Groenlinks) stelt dat repressie niet de oplossing is voor dit probleem.

Sinds september kan ik mezelf een pedagoog in opleiding noemen. Ik zit net in de vijfde week van het academisch jaar en ik heb de naam Bronfenbrenner al minimaal vijftig keer gehoord. Hoogleraren, docenten, studenten; iedereen heeft het over Urie Bronfenbrenner, zijn bio-ecologisch model, risicofactoren, protectieve factoren, microsystemen, het derde leefmilieu etc. Beste politicus, mocht u nog niet eerder van Bronfenbrenner hebben gehoord, pak dan uw Moleskine notitieboekje en uw vulpen erbij en noteer: het bio-ecologisch model van Bronfenbrenner gaat ervan uit dat de ontwikkeling van het kind wordt beïnvloed door kwaliteit van de omgeving waarin het kind leeft, waaraan het deelneemt en de frequentie en aard van de interactie tussen deze omgevingen. Vanuit dit idee is de verklaring voor het probleem snel gevonden: In de Banne is er geen fuck te doen. Buurthuizen, culturele centra, huiswerkklasjes; het is allemaal minimaal aanwezig (risicofactor) en dus gaan de jongens maar in de buurt hangen. Ik zou dus zeggen: Het is genoeg geweest, het wordt tijd dat we met zijn allen onze tijd, geld en energie gaan investeren in de Banne.

Ik woon nu zes jaar in de Banne en alhoewel ik de hangjongeren zelf niet zie, ontken ik hun aanwezigheid niet. Wat ik mezelf wel afvraag is: Hoe vaak zijn die politici nou echt in de Banne geweest? En waarom komt er niet zo snel mogelijk een bijeenkomst voor de bewoners om hier samen over na te denken, om het probleem samen op te lossen? Tijdens het schrijven van dit stuk realiseer ik me dat ik niet heel betrokken ben geweest in mijn buurt, maar daar gaat verandering in komen. Laten we ons samen inzetten voor de jongeren. Laten we met hen in gesprek gaan, een fair gesprek. Laten we hen de mogelijkheden geven hun talenten te (her)ontdekken. Laten we het samen doen.

Na dit te hebben bedacht ga ik slapen. Ik zal niet wakker worden gemaakt door de luidruchtige onzichtbare hangjongeren, maar door de klok van de Buiksloterkerk.

Kop Afsluitdijk

Ik druk op het stopknopje: de letters van de woorden ‘’stop wagen’’ kleuren rood. Een stoere benaming voor een bus die me doet denken aan de grote, onhandig uitziende schoolreisbus die mij en mijn klasgenootjes één keer in het jaar naar een pretpark of ander kindvriendelijke plek reed. Met een grote koffer in mijn handen stap ik uit en laat me vallen op het klein stukje gras in the middle of nowhere: Halte: Kop Afsluitdijk, Zurich. Ik zit nog geen twee minuten of ik realiseer me dat ik mijn handtas in de bus heb laten liggen. Zo’n gigantisch ding van Longchamp waar alle rechtenstudenten hun bundels in meesjouwen. In een reflex ren ik naar de Qliner 350 die bij de bushalte staat. Mijn tas ligt er niet meer. Er staat inmiddels een andere bus. Mijn gedachten zouden zich eigenlijk moeten vullen met allemaal doemscenario’s, maar op dat moment kan ik mezelf alleen maar afvragen: “Hoe kan het in vredesnaam dat deze bus vaker komt dan de bus 34 in Amsterdam?’’

Een uur en vijfentwintig minuten zit ik in de bus. Ik moet naar Leeuwarden. Het is rustig. Het is stil. Ik heb geen mobiel, geen laptop, geen boek en geen notitieblok mee. Al die dingen zitten in de tas die ik in de bus heb laten liggen. Ik voel me heerlijk. Ik weet niet zo goed hoe ik het gevoel moet omschrijven, maar ik denk dat vrij het dichtst in de buurt komt.

Een lieve medereiziger biedt me aan gebruik te maken van zijn mobiel. Ik twijfel heel even. Misschien toch wel handig. Hij moet er helaas al in Harlingen uit, om zijn weg te vervolgen naar Terschelling. En toen bleef ik over met de Friese buschauffeur. Ik heb nog één uur en vijftien minuten te gaan. Na vijftien minuten panieken geef ik me helemaal over aan dat vrije gevoel. Geen mobiel, geen portemonnee, geen Facebook, geen twitter, geen blog, geen mail. Helemaal niks. Alleen mijn OV chipkaart waarop nog een paar euro’s staan. Ik ben helemaal geen mobiel- of internetverslaafde, maar ik was wel even vergeten hoe het is om onbereikbaar te zijn. Terwijl ik door het raam kijk en mijn ogen verzadig met de kleur groen fluister ik heel zacht- zodat de buschauffeur me net niet hoort- een paar van mijn favoriete zinnen: ‘’De verleider’’ (Imru l-Qays), ‘’de Tijd’’ (de Koran), de openingszin van Twee vrouwen (Harry Mulisch).

Ik kom aan op het station in Leeuwarden. Ik haast me naar de Arriva store. ‘’Klopt het dat er een zwarte tas is afgegeven?”’ vraag ik de man die achter het glas zit. Op dat moment bedenk ik me dat ik het helemaal niet erg zou vinden als mijn tas niet zou zijn afgegeven door de buschauffeur of een eerlijke passagier. Ik realiseer me namelijk dat ik niet zo snel meer dat gevoel van absolute vrijheid en onbereikbaarheid zal ervaren. Ik graai in mijn tas naar mijn mobiel. Ik hoor dat ik een facebookmelding heb ontvangen. En whatsapp berichtjes. Ik ben weer terug bij af: de realiteit gekleurd door dwangmatige controle en een waslijst verdorvenheden van de wereld gepresenteerd in mijn nieuwsoverzicht.

 

The white woman’s burden

« Het gaat, zegt ze [Saba Mahmood], niet aan om westerse modellen van vrijheid op te leggen om moslimvrouwen te ‘bevrijden’. De positie van vrouwen kan steeds alleen binnen een specifieke cultuur en geschiedenis begrepen worden. » Roosmarijn Bakker[1]

9 mei 2016, een buitengewoon mooie zomerdag. 20h Ik zit in het verkoelende gebouw van De Balie aan het Leidseplein. Een aantal feministen, Machteld Zee, Cisca Dresselhuys, Hadjar Benmiloud, Shirin Musa, Daphne van Paassen en Annabel Nanninga, zal het hebben over het verband tussen religie en misogynie. Het belooft een interessante avond te worden!

Ik zal meteen met de deur in huis vallen. Het woord religie mag je vervangen door het vijf letterige woord dat ik elke keer als ik de NRC next opensla, of de tv aanzet lees en hoor: ISLAM. Dit is meteen mijn eerste punt van kritiek. Ik zou er geen moment van wakker hebben gelegen als de stelling zou zijn geweest: Wat is het verband tussen vrouwenhaat en de islam? Ik geloof zelfs dat daar nogal wat over te zeggen valt. Maar als je ervoor kiest om het woord religie te projecteren op het scherm, dan zou je het toch moeten hebben over alle wereldgodsdiensten. Wat dacht je van India? Het land van het hindoeïsme en ook het land van het ongekend aantal wrede verkrachtingszaken. Maar het ging niet over India of het hindoeïsme. En het ging ook niet over het christendom of het jodendom.

Machteld Zee opent het eerste panelgesprek met een casus. Een vrouw in Engeland is van haar echtgenoot gescheiden; alleen volgens het burgerlijk recht en niet volgens het islamitisch recht. Deze vrouw is inmiddels hertrouwd. Ze gaat samen met haar huidige echtgenoot naar de shariarechtbank. Ze vragen of haar burgerlijke echtscheiding (eerste huwelijk) geldt als een religieuze echtscheiding. Het antwoord daarop van de rechter is NEE. Dat betekent dat de vrouw nog steeds getrouwd is met de eerste man. Zij zal moeten scheiden van haar huidige echtgenoot om haar eerste huwelijk te ontbinden (omdat de eerste echtgenoot niet meer in beeld is, is het nog maar de vraag of de rechter de scheiding zal goedkeuren). Zij zal vervolgens met een andere man, een derde man moeten trouwen volgens de rechter. De kop van de stijve penis van deze man moet in de vagina van de vrouw gaan… lekker romantisch. De vrouw zal vervolgens moeten scheiden van deze derde echtgenoot. En pas dan kan de vrouw trouwen met de tweede echtgenoot, haar geliefde. Dit wordt ook wel de Niqa Hallala genoemd.

Ik denk dat er over het besluit van de rechter eindeloos gediscussieerd zou kunnen worden. Hoe vrouwonvriendelijk dat besluit is etc. Waar het mij echter om gaat, is dat men te vaak vergeet dat het de vrouw is die besluit om samen met haar huidige echtgenoot naar de shariarechtbank te gaan! Waar blijft het respecteren van de keus van een ander. Het is deze superieure, kolonialistische houding van sommige individuen waar ik niet goed van word. Machteld noemt niet een keer de vrije wil van deze Engelse moslima om naar de legale Londense shariarechtbank te gaan. Ik kom een dergelijke houding, jammer genoeg, te vaak tegen: een ander individu die het allemaal wel beter weet, en hierbij de vrije wil van de andere individu totaal misloopt, en soms zelfs heel bewust negeert.

Waar ik mij het meest om verbaas is dat de sprekers van de panels (in De Balie ) het over het feminisme en de islam hebben, maar zij negeren het begrip waarin beide termen samen komen, volkomen. Ik heb het over het islamitisch feminisme. En dit is nou precies wat ik bedoel met The white woman’s burden. De Westerse vrouw voelt zich verplicht om op te komen voor de zielige onderdrukte vrouw in Pakistan, Egypte of Marokko, en legt hierbij haar normen en waarden op. Was dit ook niet wat de kolonisten deden, naast het plunderen van de landen. Ooit gehoord van Fatima Mernissi, Amina Wadud of Saba Mahmood? Wat hebben deze drie vrouwen betekend voor het feminisme? Zou het niet een veel beter idee zijn om oosterse vrouwen in contact te brengen met de theorieën van deze vrouwen? Zullen zij zich niet eerder met hun identificeren dan met de dames van bijvoorbeeld FEMEN?

Deze drie vrouwen zijn alle drie feministen, islamitische feministen. De Marokkaanse Fatima Mernissi trok vrouwonvriendelijke overleveringen (Hadith) in twijfel. Voor haar was het geloof, de islam juist gebaseerd op gelijkheid tussen man en vrouw.

De Amerikaanse Amina Wadud die een paar jaar geleden in opspraak kwam, omdat niet een man, maar zij het vrijdaggebed leidde voor een gemengde groep gelovigen. Hoe kun je deze vrouw missen als je het hebt over de islam en het feminisme! Amina Wadud legt in haar benadering de nadruk op het onderscheid tussen aan de ene kant de eeuwige voorschriften (rituelen) en aan de andere kant de tijdelijke maatschappelijke voorschriften. Ik zal het verschil toelichten aan de hand van een voorbeeld. In de islam, net zoals in de andere monotheïstische religies, is het hebben van slaven niet verboden. Amina vindt echter dat dit niet meer kan in de huidige samenleving, zij zal dit onderbrengen in de kolom van de maatschappelijke voorschriften. Het gebed en het vasten zijn voorbeelden van niet eeuwige voorschriften. Ze zijn niet aan een bepaalde tijd of plaats gebonden, ze zijn eeuwig. Bovendien heeft zij ook de grammaticale compositie van de Koran bestudeerd. Ze is tot de conclusie gekomen dat de man en de vrouw dan wel apart genoemd worden, maar ze hebben dezelfde boodschap.

De Pakistaanse Saba Mahmood bouwt haar filosofie voort op het structuralisme van onder andere de Franse filosoof Michel Foucault. Het individu bevindt zich continue in machtsstructuren: school, werk, gezin. Het individu kan alleen vrij handelen binnen die machtsrelaties. Als antropologe heeft Mahmood onder andere de Egyptische Vrouwen Moskeebeweging bestudeerd. Mahmood ’s filosofie komt op het volgende neer. Het streven naar vrijheid is niet inherent aan de mens. Men moet het om die reden niet bestempelen als iets natuurlijks. Bovendien heeft het begrip vrijheid voor een ieder een andere betekenis. Mahmood geeft de voorkeur aan het gebruik van het begrip zelfontplooiing of zelfrealisatie boven het begrip autonomie. Voor de vrouwen van de Egyptische Vrouwen Moskeebeweging in Caïro betekent vrijheid dan niet het streven naar gendergelijkheid, maar eerder het streven naar spirituele zelfverwerkelijking.

Interessante dames met interessante theorieën. Wat ik hiermee duidelijk wil maken is dat het onmogelijk is, en in mijn ogen zelfs fout om te praten over het verband tussen de islam en misogynie, en daarbij de rol van de islamitische vrouwen te negeren. Mocht je dat wil willen doen, dan moet je je er wel bewust van zijn dat je als een outsider kijkt met een westers brilletje. In dat geval geef ik de voorkeur aan een descriptieve benadering, waarin men zo neutraal mogelijk de rol van de vrouw in de islam probeert te beschrijven, geheel gezuiverd van vooroordelen en waardeoordelen. Een normatieve benadering die we vaak genoeg waarnemen staat voor mij gelijk aan de misselijkmakende Messias houding van de andere vrouwen, die het allemaal beter lijken te weten dan hun ‘’zielige onderdrukte zusters’’.

Nou lijkt het misschien net of ik het huwelijk van een tienjarig meisje in Sudan goedpraat, of het achterlaten van je echtgenote in Marokko, of wat dacht je van het stenigen van een vijftienjarig meisje dat onderweg naar haar grootouders verkracht is. Dit soort zaken verafschuw ik! Laat dat duidelijk zijn! Maar ik ervaar een onbeschrijflijk gevoel van onbehagen als een westerse vrouw (of man) zegt dat de rechtenstudente die in het Oudemanhuispoort een kopje koffie haalt, onderdrukt wordt omdat zij uit vrije wil heeft besloten een hoofddoek te dragen. De Westerse vrouw moet ophouden met het als een missie te zien om het feminisme te brengen naar andere culturen. Daar waar vroeger de grote mogendheden landen koloniseerden, onder het mom van de beschaving brengen: la mission civilisatrice, proberen de Westerse vrouwen alle andere vrouwen in de wereld te koloniseren onder het mom van “’la mission feministe’’. En wat betreft de Westerse vrouw. Dat is niet per se een blanke vrouw. Laten we niet vergeten dat Europa ontzettend heterogeen is. Ik ben zelf ook een Westerse vrouw met misschien net iets andere ideeën over de vrouw dan de in de Rif geboren Fatima (personage uit L’orgueil du père van Halima Ben Haddou). Maar dat geeft gelukkig helemaal niets, zolang we elkaars ideeën respecteren en elkaar niets opleggen.

[1] Bakker, R., Vrouwelijke filosofen: een historisch overzicht, Amsterdam, Atlas, 2012.

Je suis…

Je suis…

“’Hoi Fatima ! Hiertegenover woont ook een Marokkaanse meid. Jullie kunnen vriendinnen worden!” Wat gebeurt hier nou? ‘’Je kan beter dat abonnement nemen, dan kan je gratis naar Marokko bellen.”’ Wat? Het moet niet gekker worden!

Deze twee zinnen die ik in Parijs te horen kreeg, hebben me veel aan het denken gezet. Deze twee vooroordelen spannen wat mij betreft de kroon . Beide uitgesproken door een Française die mij aan een studio heeft geholpen in de prachtige stad. Waarom krijg ik niet de kans om iets over mezelf te vertellen? Hoe weet ze überhaupt dat ik een Marokkaanse achtergrond heb? In haar ogen ben ik waarschijnlijk dan ook niet d’origine marocaine, maar marocaine. Niets meer en niets minder. Het werkwoord dat we het meest gebruiken kan zo gevaarlijk zijn. Ik heb het over het werkwoord ‘’zijn’’! In het Frans être, in het Duits sein, in het Spaans ser. Waarom geeft zij mij de indruk te weten wie ik ben en hoe ik in elkaar zit? Ze meent zelfs te weten wie mijn vrienden zouden kunnen zijn.

Terwijl ik dit aan het typen ben, denk ik terug aan een college wetenschapsfilosofie. Het onderwerp was essentialisme. Wat houdt deze filosofische stroming in? Het essentialisme gaat ervan uit dat voor elke entiteit een rijtje karakteristieken is weggelegd. In dit geval hebben mensen een essentie dat onder andere het gedrag van een willekeurige persoon bepaalt. Bij het zien van een twintig jaar jonge meid, met donkere krullen, en een Mediterraans kleurtje, dacht de Française mijn essentie te kennen. Want mijn essentie bepaalt ook mijn uiterlijk. Deze vrouw is verder niet geïnteresseerd in mij, ze denkt namelijk al te weten wie ik ben, en hoe ik in elkaar zit. Zo zou ik alleen maar omgaan met mijn mede-Marokkanen en in mijn vrije tijd zou ik niets anders doen dan bellen naar mijn familie, kennissen en nog meer Marokkaanse vrienden. Een ander voorbeeld: hoe zullen de juryleden en het publiek van een talentenjachtprogramma reageren als er voor hun een stoer uitziende donkere jongen staat? Deze jongen gaat niet rappen, wat de juryleden waarschijnlijk wel zullen denken, maar een operanummer van Ruggero Leoncavallo zingen. De juryleden zullen hem de hemel in prijzen en uniek noemen. En hij is ook uniek! Maar niet omdat het een donkere jongen is die een operanummer zingt, maar omdat elk individu uniek is. Er bestaat geen norm. Je bepaalt zelf wie je bent.

Het is denk ik wel duidelijk dat ik geen fan ben van het essentialisme. Geef mij maar het existentialisme van Sartre: “’l’existence précède l’essence”’, de bekende tegenhanger van het essentialisme. In de existentialistische filosofie van Sartre staat het individu centraal. Het individu is ongevraagd op aarde terecht gekomen en aan de individu de taak zin (essentie) te geven aan zijn leven. Een ieder is dus verantwoordelijk voor zijn eigen daden die leiden tot het bereiken van die essentie.

Ik moet bekennen dat ik hierboven twee extremen noem. Het is nog niet bekend of het welbekende hokjes denken zit ingebouwd in ons biologisch overlevingsmechanisme. Ook over de invloed van cultuur op het hokjes denken lopen de meningen uiteen. We maken ons er hoe dan ook allemaal schuldig aan, zowel bewust als onbewust. Het volgende voorbeeld heb ik uit de Djangan Loepah gehaald. Vanaf de jaren 50 keerden Nederlanders uit Nederlands-Indië terug naar Nederland. Dit was een heterogene groep, maar we kunnen zeggen dat de meeste een Nederlandse ouder hadden. De gerepatrieerden kregen na hun aankomst in Nederland maandelijks een stencil, Djangan Loepah, in de brievenbus. Daarin stond alles waarvan men vond dat de ‘’nieuwkomers’’ het moesten weten. En raad eens zuinigheid wordt door de Nederlanders zelf genoemd

“’Laat niet tijdens de afwas de kraan voortdurend lopen (wij zijn niet in Indië van voor de oorlog, waar we niet op een druppeltje water keken!)

Regelmatig 1 of 2 huishanddoeken en handdoeken bijkopen (uitverkoop) zodat niet plotseling gemerkt wordt, dat er alleen maar ‘’vodden’’ zijn. Men staat dan vor een te grote uitgave ineens!

Gas aansteken met een aansteker. Een uitgave die men eenmaal hoeft te doen. Ligt er een doosje lucifers, dan worden soms 3-4 lucifers gebruikt voor éénmaal aansteken!

  • Duur vlees is niet altijd best vlees, goedkoop vlees kan even voedzaam zijn. […]
  • Regerings- en tarwebrood is het goedkoopst en het voedzaamst. Op onze boterhammen smeren we boter of margarine, een dun laagje is voldoende. […]”’

 

Ik denk niet dat menig Nederlander wakker ligt van de hierboven beschreven vooroordeel. Een vooroordeel kan ook positief zijn. Zelf interpreteer ik dit voorbeeld als een positief vooroordeel. (Dat neemt niet weg dat er wel degelijk negatieve vooroordelen in de stencils te vinden zijn.) Een ander voorbeeld van een positief vooroordeel: “’Marokkanen zijn gastvrij.”’ Het maakt echt niet uit hoe positief de uitspraken zijn, ik ben er zelf altijd heel voorzichtig mee. Door iemand X te noemen, ontneem je diezelfde persoon de kans om iets anders dan X te zijn. Laat iedereen lekker zelf weten met welk naamwoordelijk deel hij of zij de zin: Je suis…. , wil afmaken.

Ik zou veel te idealistisch zijn als ik zou propageren voor het einde van het hokjes denken, vooroordelen, generaliseren etc. Misschien is het ook wel een biologisch gegeven. Of cultureel bepaald? Volgens prof. Dr. Daniël Wigboldus is het bijna onmogelijk je dag door te komen, zonder de wereld om je heen in hokjes te stoppen. Waar het mij uiteindelijk om gaat is hoe je ermee omgaat. Wees voorzichtig en ontneem een ander niet de kans zichzelf te onthullen. Als je het mij vraagt is het niet of…of, maar en…en. Je kan een soefimysticus zijn, een christen, een Marokkaan, en een homo!

Reactie op: “De schaamte voorbij” (Asis Aynan)

 “The future must no longer be determined by the past. I do not deny that the effects of the past are still with us. But I refuse to strengthen them by repeating them […] “’– Hélène Cixous

Na een paar uur tikken op de computer in de UB, besluit ik naar de kantine te gaan om een hapje te eten. Ik zie de Folia liggen en begin te bladeren. Ik kom aan bij het stuk van Asis Aynan en begin enthousiast te lezen. Ik lees het stuk nog een keer. Daarna nog een keer. En daarna nog een aantal keren. “’Wie het was vergeten: de Marokkaanse koning is een dictator.”’. Waarom is Mohammed VI dan een dictator? Asis vermeldt erbij dat de koning zowel op politiek, economisch, religieus en militair gebied aan het hoofd staat. Kortom: een dictator, toch?

Laten we snel inzoomen op het land, en vooral op de koning. Het klopt dat de monarch nog steeds veel macht heeft. Maar je kunt niet zijn regeringsperiode isoleren uit de “geschiedenis”’ en het beschouwen als een losstaand verschijnsel. Laten we daarom een tijdlijn maken. In dit geval volstaat het om te beginnen bij de regeringsperiode van de voorganger van de huidige koning. Onder de regeringsperiode van Hassan II, de vader van de huidige koning, was er sprake van een dictatuur. Dat is een onbetwistbaar gegeven. De Marokkaanse bevolking, maar ook de Marokkaanse gemeenschap in Nederland ziet hoe het land grote vooruitgangen boekt. En hoe kun je de huidige koning als dictator bestempelen, als je onder het dictatoriale bewind van Hassan II hebt geleefd? Kortom: a timeline is everything! Het is veel te zwart wit om de koning als dictator te bestempelen. Het land wordt immers steeds democratischer. Dit gaat alleen wel heel geleidelijk, in babystapjes. Ik denk dat we best positief mogen zijn en zeker niet de geschiedenis moeten vergeten. Zoals Paolo de Mas, directeur Marokko Instituut, heeft gezegd: “’De Marokkaanse lente is al begonnen in 1999, bij het aantreden van deze koning.”’(éénvandaag). Daarnaast zegt de Mas ook dat in Marokko, in tegenstelling tot de andere landen in de Arabische wereld de grootste persvrijheid is en de grootste mogelijkheid tot expressie. In dit opzicht is het niet geheel geplaatst dat Asis Irak (Sadam Hussein) en Marokko (Mohammed VI) vlak achter elkaar noemt, en op die manier een verborgen vergelijking suggereert.

Iets verderop in het stuk verbaast Asis zich over de menigte mensen die zich voor het hotel van de Marokkaanse koning verzamelt. De columnist kan niet begrijpen dat de Nederlanders met een Marokkaanse komaf, maar ook Marokkanen van de eerste en tweede generatie zich voor het hotel verzamelen, aan een glas Marokkaanse thee nippen en een selfie of snapchat met of van de koning willen maken. “’De reden dat Marokkanen naar Nederland zijn verhuisd, was de onstabiele politieke en miserabele economische situatie daar, en nu wilden ze met het hoofd van Marokko op de foto.”’, zegt Asis. Dit is fout! Zo ongelofelijk fout! De Marokkanen waarover Asis het heeft, zijn de Marokkanen die onder het bewind van Hassan II naar Europa, waaronder Nederland, zijn geëmigreerd, voornamelijk als gastarbeider. Die Marokkanen zijn dus niet onder de regeringsperiode van de huidige koning naar Nederland verhuisd, zoals Asis dat beweert. Ik heb al hierboven gezegd dat Hassan II een dictator was, maar we kunnen zijn zoon toch niet verantwoordelijk houden voor de daden van die man. Sartre zou zich in zijn graf omdraaien.. Asis, je kunt de huidige koning niet verantwoordelijk houden voor de ellende die zijn vader heeft aangericht. Iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen daden!

Kortom: het land is in ontwikkeling! Ik ben absoluut geen monarchist, maar ik vind het veel te makkelijk om te roepen dat Mohammed VI een dictator is. Het is een interessant vraagstuk, waarover de meningen zullen verschillen. De kern van mijn kritiek, is dat je de regeringsperiode van de huidige koning niet als een losstaand gegeven kunt beschouwen, maar je moet het altijd in een tijdlijn plaatsen. Pas dan kun je je richten op de verdere ontwikkelingen, anders slokt een negatieve wervelwind die gekleurd is door het tragische verleden je nog op. En het allerbelangrijkste is nog wel dat je de ene individu niet verantwoordelijk kan houden voor de daden van de andere individu.

Welkom op MijnNederland!

Welkom! Welkom op MijnNederland. Houd je de actualiteiten graag in de gaten? En vraag je je soms wel eens af: waar blijft de nuance?  Heb je daarnaast ook grote interesse in kunst (literatuur, muziek etc)? Dan ben je bij MijnNederland aan het juiste adres. Politiek, de Nederlandse samenleving , kunst, literatuur. Al deze onderwerpen zullen vaak aan bod komen, vaak ook in combinatie met elkaar.

Waarom MijnNederland? Ik schrijf al een paar jaar, vooral voor mezelf. Maar vanaf nu niet meer. Ik heb vaak te horen gekregen dat ik mijn ideeën, mijn visie op papier moet zetten en zoveel mogelijk moet delen met anderen. ”Maar wie is er nou geïnteresseerd in mijn opinie, ik ben maar één individu te midden van de andere miljarden individuen die deze blauwe planeet bewonen”, is mijn reactie vaak genoeg geweest. Ik hoop daar nu op deze manier verandering in te kunnen brengen.

Waarvoor staat MijnNederland en hoe is het idee ontstaan? Op mijn website heb je vast al kunnen lezen dat ik een Nederlandse ben met Marokkaanse ouders. Hierdoor bekijk ik bepaalde zaken vanuit een bepaald perspectief, een genuanceerd perspectief. Ik mis een stem, een kleurrijke stem die bepaalde zaken analyseert en verheldert. Een kleurrijke stem, die zich in verschillende culturen thuis voelt. Kortom: een vrouwelijke Nederlands-Marokkaanse stem.

Ik zal vooral columns en artikelen schrijven die als gemeenschappelijke thema ”diversiteit” hebben. Want Mijn Nederland is heterogeen! Mijn Nederland is tolerant! Mijn Nederland is optimistisch! Nederland is óók van mij! Diversiteit in een samenleving, in de Nederlandse samenleving in het bijzonder, resulteert in nog meer diversiteit in verschillende domeinen. Denk aan literatuur, muziek, architectuur, koken, mode etc. Ik zal me niet beperken tot de maatschappelijke diversiteit, maar ik zal ook zeker de diversiteit in deze prachtige kunstvormen behandelen.

En heb ik je interesse weten op te wekken? Houd mijn website dan in de gaten. Binnenkort zal mijn eerste artikel verschijnen. Ik kan vast verklappen dat het gaat over diversiteit in de Nederlandse literatuur. Ik wens je alvast heel veel leesplezier. Mocht je vragen hebben dan kan je die altijd in de reacties stellen.